donderdag 1 juli 2010

Evaluatie actieonderzoek

Na afloop van het uitvoeren en presenteren van het actieonderzoek heb ik een klein evaluatieonderzoekje uitgevoerd. De belangrijkste conclusies staan hieronder:

 
  1. De meeste studenten vonden de opzet van de cyclus (in het begin) niet duidelijk.
  2. Voor de meeste studenten was het duidelijk hoe je een Algemeen Idee moest formuleren.
  3. De meeste studenten hadden genoeg handvatten om met de Verkenning aan de slag te gaan.
  4. Het was niet voor alle studenten duidelijk wat er in het Algemeen plan moest komen te staan.
  5. De meeste studenten waren in staat om de verbeteracties uit te voeren in de klas.
  6. De meeste studenten waren in staat om naar aanleiding van de terugblik op de verbeteracties nieuwe verbeteracties te benoemen.
  7. Voor de meeste studenten was niet duidelijk hoe je een casestudy moest schrijven.
  8. Alle studenten vonden dat ze genoeg begeleiding kregen tijdens de OV-bijeenkomsten.
  9. Over het bijhouden van een weblog als logboek wordt divers gedacht.
  10. De meeste studenten vinden de ontvangen feedback via de weblog ondersteunend voor het proces.
  11. De studenten zijn verdeeld over de vraag in hoeverre de mentor op de hoogte was van het actieonderzoek.
  12. De meeste studenten vinden dat de school onvoldoende op de hoogte was van het actieonderzoek.
  13. De meeste studenten vonden dat ze genoeg tijd hadden om het onderzoek uit te voeren.
  14. De meeste studenten vonden de tweede helft van het eerste jaar een goede plek om actieonderzoek uit te voeren.

 De opvallendste punten hieruit zijn: 
 
Ad1. Een terugkerend voorbeeld van iemand die een actieonderzoek heeft gedaan zou veel verduidelijken. Je weet dan wat je kunt verwachten en hoe het eindproduct er uit kan zien.

Ad4. Ook hier zou het werken met een voorbeeld hebben geholpen. Een student zegt het als volgt:  "
"Misschien is het een idee om een gezamenlijke cyclus te doorlopen. Dan kies je, als docent, een onderwerp uit. Dan ga je samen met de studenten het algemeen idee, de verkenning, het algemeen plan, verbeteracties en terugblik verwoorden. Dan krijg je als student een concreet beeld van zo'n actieonderzoek en hoe je dit kunt aanpakken. Ik bedoel hiermee dat je gezamenlijk een cyclus moet doorlopen en vervolgens de studenten over een eigen onderzoeksvraag laat nadenken

Ad7. Het beoordelingsformulier zou scherper kunnen. Studenten zouden liever een stappenplan met kopjes zoals ze gewend zijn bij een bewijs willen gebruiken.

Ad9. Studenten geven aan dat het voor het schrijven van een casestudy handig is. Maar ze willen wel een stok achter de deur hebben.

Ad11. Behalve via weblog zou een bijeenkomst met mentoren ook handig zijn. Verder geven studenten aan dat de rol van de mentor bij het doen van onderzoek nog duidelijker kan.

Ad12. De school zou directer benaderd kunnen worden. Er zou ook gesproken kunnen worden met de interne coaches.

 

 Hieronder de uitgebreide onderzoeksgegevens. Van de antwoorden van de studenten is hieronder een samenvatting gemaakt. 

 
Evaluatie actieonderzoek

Actieonderzoek Claudia Veenendaal

Verslag Claudia Veenendaal

Actieonderzoek Evianne Streng

Casestudy_Evianne

Actieonderzoek Jasmijn Valkenburg

Betrokkenheid bij geschiedenislessen

Actieonderzoek Mirjam Varkevisser

Casestudy Actieonderzoek Mirjam Varkevisser

Actieonderzoek Jente Oldenhof

CASE STUDY Jente Oldenhof

Actieonderzoek Ilse Bosschaart

Casestudy Actieonderzoek Ilse Bosschaart

Actieonderzoek Lisa Schoon

Case Study Actieonderzoek Lisa Schoon

woensdag 21 april 2010

Laatste fase van het actieonderzoek

Voor het actieonderzoek zijn nog drie bijeenkomsten ingepland. In week 16 en 20 kijken we in kleine groepjes naar het lopende actieonderzoek. En in week 23 is de afrondende presentatiebijeenkomst. De studenten worden in het onderzoek beoordeeld op een aantal punten die zijn vastgelegd in het beoordelingsformulier.

Beoordelingsformulier casestudy actieonderzoek

Naast deze drie bijeenkomsten zijn de studenten ook nog gekoppeld aan een vakdocent die hen van feedback kan voorzien op inhoudelijk gebied. Hiermee maken ze als ze dat willen individuele afspraken.

Tot slot zijn de studenten ook nog gestart met de masterclasses die we in samenwerking met de Universiteit Utrecht organiseren. Deze masterclasses maken deel uit van de pre-master. De eerste serie masterclasses staat in het teken van interactieanalyse. De meeste studenten kunnen dit goed inzetten als onderzoeksinstrument voor hun actieonderzoek.

dinsdag 23 maart 2010

Actieonderzoek: Algemeen Plan, Verbeteracties en Casestudy

In de vierde bijeenkomst van onderzoeksvaardigheden over Actieonderzoek hebben we stilgestaan bij de laatste drie stappen uit het actieonderzoek: Algemeen Plan, Verbeteracties en Casestudy. In het algemeen plan beschrijven de studenten wat ze naar aanleiding van de verkenning verder willen gaan onderzoeken. Bij de verbeteracties geven ze aan waarmee ze dan concreet willen gaan beginnen. En de casestudy is tenslotte de weergave van het hele proces van het doen van actieonderzoek.

De stappen zijn deze keer aangeboden om studenten alvast zicht te geven op wat hen te wachten staat. De meeste studenten zijn nu nog druk bezig met de verkenning.



In deze bijeenkomst hebben we ook ruime tijd stil gestaan bij de vragen die studenten hadden. De vragen zetten we even op een rijtje:
  1. Hoe bekijk ik de opnamen van mijzelf?
  2. Hoe kan ik kinderen uit mijn klas betrekken bij onderzoek?
  3. Hoe kan ik het onderwerp meer op mijzelf betrekken?
  4. Is algemeen bekend wat een goede aardrijkskundeles is?
  5. Wanneer zijn de kinderen echt betrokken?
  6. Moeilijk om te starten. Wat eerst en wat daarna?
Antwoorden op de vragen:

Vraag: Hoe bekijk ik de opnamen van mijzelf?

Antwoord: Een student heeft video-opnamen van zichzelf gemaakt en vraagt zich nu af wat ze er precies mee zou kunnen doen. De leervraag draait om het stellen van grenzen en orde houden. Advies is om eerst zich te verdiepen in de theorie over orde houden en specifieke kijkvragen hieruit af te leiden en met behulp hiervan de video te analyseren.

Vraag: Hoe kan ik kinderen uit mijn klas betrekken bij onderzoek?

Antwoord: dit kan op verschillende manieren. In de bijeenkomst heb ik een presentatie laten zien van Jos Castelijns over De stem van de leerling in onderzoek. Hierin haalt hij Michael Fielding en Jane MacGregor (2005) aan die aangeven dat je kinderen op 4 manieren kunt betrekken bij het doen van onderzoek:
  • Bron van informatie
  • Actieve respondent
  • Mede-onderzoeker
  • Onderzoeker
Bij bron van informatie stel je de leerlingen alleen maar vragen of observeer je hen. Bij de actieve respondent ga je ook met leerlingen in gesprek. Bij de mede-onderzoeker geef je leerlingen een actieve rol bij jouw onderzoek en bij onderzoeker mag een leerling zijn eigen onderzoek doen.
De vraag is natuurlijk hoe ver je wilt en kunt gaan om leerlingen er bij te betrekken.

Vraag: Hoe kan ik het onderwerp van onderzoek meer op mijzelf betrekken?

Antwoord: Een vraag die voortkomt uit de schoolontwikkeling moet je op jezelf betrekken. Het draait namelijk om je het onderzoeken van je eigen handelen binnen een bepaalde context. Je zult met het onderwerp dan zelf aan de slag moeten gaan door er bijvoorbeeld lessen in te geven. Alleen dan kun je het op jezelf betrekken.

Vraag: Is algemeen bekend wat een goede aardrijkskundeles is?

Antwoord: De vraag wat goed is, is te algemeen. Wel kun je zeggen wat de eisen zijn die gesteld worden aan een les vanuit Onderwijskunde en Pedagogiek en wat de vakdidactische eisen zijn vanuit Aardrijkskunde. Ook voor dit onderwerp geldt dat je zult moeten kijken of jij in staat bent om zo'n les te geven. het op jezelf betrekken is dus erg belangrijk.
Vraag: Wanneer zijn de kinderen echt betrokken?

Antwoord: Wat verstaan we precies onder betrokkenheid? Bij doorvragen kwamen we er op uit  of je kunt zien kinderen echt betrokken zijn. En omdat je iets pas echt kunt zien als je weet waar je op moet letten is verdieping in de theorie over betrokkenheid eerst noodzakelijk. Het ervaringsgericht onderwijs kan hier een goede ingang voor zijn omdat zij betrokkenheid hoog in het vaandel hebben staan.

Vraag: Moeilijk om te starten. Wat eerst en wat daarna?

Antwoord: Oplossing voor deze vraag was dat eerst gekeken zou gaan worden naar de specifieke deelvragen. En per deelvraag dan vorderingen gemaakt zouden worden.

Verder heb ik de studenten aangespoord meer vast te leggen op de weblog zodat deze als input kan dienen voor het schrijven van een casestudy.

dinsdag 2 maart 2010

Vragen en antwoorden over actieonderzoek

Vandaag was de derde bijeenkomst in het kader van het actieonderzoek. In deze bijeenkomst zijn we ingegaan op de volgende onderwerpen:
  1. Inventarisatie vragen studenten
  2. Ervaringen in de stage
  3. Muurtje bouwen
  4. Verbale en non-verbale communicatie
  5. Opdracht voor de volgende keer
1. Inventarisatie vragen studenten

Omdat we een paar weken bezig zijn en de studenten ook naar de stage zijn geweest leek het me belangrijk om de vragen die leven te inventariseren. De volgende vragen werden gesteld:
  • Onderzoek afbakenen is lastig (hoe krijg ik er vat op?)
  • Hoe kan ik echt beginnen? Nuttig beginnen?
  • Wanneer moet het af?
  • Komt het onderzoek er uit te zien zoals de casestudies? Wat is het eindproduct?
  • Wat is de input van de school?

Onderzoek afbakenen is lastig (hoe krijg ik er vat op?)

 
Antwoord: afbakenen is inderdaad lastig in het begin. Een leidraad bij het afbakenen is dat je in staat moet zijn om zelf alle handelingen uit te voeren in de klas. Dus een onderwerp als “het rekenonderwijs op school verbeteren” is veel te breed. Beter is het om bijvoorbeeld om naar de instructie van je eigen rekenlessen te kijken en dit te onderzoeken.

 
Hoe kan ik echt beginnen? Nuttig beginnen?

 
Antwoord: Met het formuleren van een onderzoeksvraag ben je natuurlijk al met het actieonderzoek begonnen. In de klas kun je beginnen op het moment dat je probleemstelling zo helder mogelijk is, je deelvragen daarvan hebt afgeleid en hebt vastgesteld hoe je die deelvragen zou willen onderzoeken (Verkenning en Algemeen Plan).

 
Als je probleemstelling bijvoorbeeld gaat over je rekeninstructie en een deelvraag daarbij is dat je meer te weten wilt komen over een verlengde rekeninstructie voor zwakke rekenaars dan kun je daar op verschillende manieren mee aan de slag. In je Verkenning kun je je verdiepen in de rekeninstructie zoals de mentor die geeft, je kunt je eigen instructie filmen, je kunt informatie opzoeken over het geven van een rekeninstructie. Daarmee kom je tot acties in een Algemeen Plan en voer je de Verbeteracties uit. Die analyseer je weer en levert weer input op voor het bijstellen van je Algemeen Idee of Verkenning.

 
Wanneer moet het af?

 
Antwoord: In de planning staat dat in week 13 de eerste casestudy af moet zijn. Bij veel studenten levert dit enige stress op. De tijd gaat erg snel en voor je het weet is het week 13 en ben je nog bezig met de Verkenning.

Studenten hebben in principe een half jaar de tijd om met het actieonderzoek bezig te zijn. In die tijd willen we graag dat studenten meerdere keren de cyclus van het Actieonderzoek doorlopen. Dat kan door de Verbeteracties niet te groot te maken maar behapbaar in de tijd. Studenten onderzoeken ook het effect van hun verbeteractie en stellen, zoals gezegd, hierop hun Algemeen Idee en Verkenning weer bij.

Kortom week 13 is geen strakke deadline maar moet wel voorkomen dat studenten blijven hangen in het doen van literatuuronderzoek en niet overgaan tot actie.

 
Komt het onderzoek er uit te zien zoals de casestudies? Wat is het eindproduct?

 
Antwoord: Studenten hebben 3 casestudies gelezen van docenten. Hierin hebben ze gezien dat een casestudie op verschillende manier vormgegeven kan worden. De studenten kunnen hierin hun eigen keuze maken. Centraal staan wel de volgende vragen:
  • Waar heb ik me bezig gehouden?
  • Waarom heb ik me daarmee bezig gehouden?
  • Hoe heb ik me daarmee bezig gehouden?
  • Waarom heb ik dat op die manier gedaan?
  • Wat waren mijn successen?
  • Wat waren mijn problemen?
  • Wat heb ik daarvan geleerd?
  • Wat hebben anderen geschreven over mijn Algemeen Idee en mijn bevindingen?

Studenten zijn gewend om een literatuurstudie te schrijven waarbij de onderzoeksresultaten en de literatuur centraal staan. Binnen het actieonderzoek zijn die wel belangrijk natuurlijk maar leidend zijn de vragen die hierboven staan.
 
De stappen die studenten nemen in de praktijk worden onderbouwd door de onderzoeksresultaten die studenten in de loop van het proces verzamelen. Voor zover mogelijk zullen de studenten die onderzoeksresultaten weergeven in hun weblog.

 
Wat is de input van de school?

 
Antwoord: in het vorige onderzoek stond de schoolontwikkeling centraal. Nu staat de ontwikkeling van de student centraal. Maar die is natuurlijk niet helemaal los te zien van de schoolontwikkeling. Als een student zich in zijn onderzoek richt op ordeproblemen dan zal hij ook kijken naar hoe hier op school mee wordt omgegaan. Of als een student zich richt op de rekeninstructie dan moet de student ook weten wat de afspraken zijn hierover op schoolniveau.

 
Verder kan de mentor natuurlijk input geven. Dit kan in de rol van observator, informatiebron of critical friend.

 
2. Ervaringen in de stage

De ervaringen tot nu toe in de stage zijn positief. Studenten krijgen ruimte van jullie om aan de slag te gaan. Dat is goed om te horen.

 
3. Muurtje bouwen

 
In de tweede bijeenkomst werd duidelijk dat voor de situationele analyse ook nog input nodig was op het gebied van eigen ideeën over goed onderwijs. Daarom hebben we in deze derde bijeenkomst de oefening “muurtje bouwen” gedaan. Hierbij moeten de studenten stellingen over goed onderwijs in volgorde van belangrijkheid leggen. Hiermee denken studenten na over wat ze belangrijk vinden en kunnen ze bedenken hoe dit samenhangt met hun probleemstelling.

 
4. Verbale en non-verbale communicatie

In deze bijeenkomst zijn we tot slot aan de slag gegaan met het bekijken van video’s over verbale en non-verbale communicatie. Hierbij hebben we twee video’s bekeken en daarbij een observatielijst ingevuld. Deze observatielijst kunnen studenten zelf ook gebruiken als ze zelf willen kijken naar hun verbale en non-verbale communicatie. Dit is trouwens ook een opstapje naar de masterclasses die studenten binnenkort krijgen. Deze masterclasses, verzorgd in samenwerking met de Universiteit Utrecht en de Marnix Academie, gaan over interactieanalyse. Interactieanalyse gaat over de interactie tussen leraar en leerling en tussen leerlingen onderling. In een volgende post hier meer over.

 

5. Opdracht voor de volgende keer:
 
Studenten hebben de opdrachten meegekregen:
  • Zet je verslag over het muurtje op je weblog
  • Zet je onderzoeksvraag en deelvragen ook op je weblog
  • Zet je eerste Verkenning op je weblog.
  • Reageer als critical friend op elkaars weblog (maak koppeltjes)

dinsdag 16 februari 2010

Vervolg Actieonderzoek: Algemeen Idee en critical friends

Vandaag heb ik de tweede bijeenkomst gehad met de studenten rondom het opzetten van hun actieonderzoek. We zijn verder ingegaan op het Algemeen Idee en even gekeken naar de Verkenning. Het doel van het Algemeen Idee hebben we nog scherper neergezet. Het gaat er om dat je vanuit bepaalde aspecten van je handelen kijkt waar je aan wilt werken.

Ik heb de studenten ook een voorbeeld laten zien uit een casestudy (het verslag dat uiteindelijk geschreven wordt) hoe een docent zijn opvattingen heeft verwoord. Dit wil ik vanuit de oefening "muurtje bouwen" in de volgende bijeenkomst nog verder aanscherpen. Omdat we daar nog niet echt op in zijn gegaan.

In de presentatie hieronder zijn de eerste en tweede versie van de voorlopige onderzoeksvragen opgenomen. Zo krijg je een beetje beeld waar studenten zich in willen verdiepen.

In deze bijeenkomst hebben we ook de critical friend geïntroduceerd. De critical friend is iemand die vragen stelt over het onderzoek. Voor de critical friend zijn 3 regels (Ponte, 2007):
  • Er worden in principe alleen vragen gesteld
  • Beoordelende opmerkingen worden ook niet gemaakt, ook niet in de vorm van vragen
  • Oplossingen voor wat ingebracht wordt, worden niet gegeven.
De critical friend kan 3 soorten vragen stellen:
  • Vragen naar concrete gebeurtenissen, voorbeelden en ervaringen om wat ingebracht wordt te illustreren.
  • Vragen naar achtergronden van de situatie, het probleem, de werkwijze, etc, oftewel: vragen naar redenen, motivaties of doelen.
  • Vragen naar de rol van andere factoren (personen, context, literatuur) die betrokken zouden kunnen worden bij het analyseren en begrijpen van wat ingebracht wordt.
Het is voor de critical friend dus belangrijk om door te vragen zodat de student geholpen wordt.

In deze bijeenkomst hebben we hiermee geoefend. Eerst klassikaal en daarna in groepjes. We hebben dit toegepast op het aanscherpen van het Algemeen Idee (de probleemstelling). Het werkte verhelderend om dit eerst te modellen en daarna pas in groepjes verder uit te werken.

Tot slot hebben we een begin gemaakt met het Verkennen. Ik heb een overzicht gegeven waar studenten bronnen kunnen zoeken. Bijvoorbeeld ook bij Google Scholar.

De volgende keer gaan we hier weer verder mee aan de slag.

De studenten hebben een aantal vervolgopdrachten gekregen. Ze moeten allemaal hun blog bijwerken en aangeven wat hun Algemeen Idee is. Verder gaan de studenten casestudies lezen die geschreven zijn door docenten die al een keer actieonderzoek doorlopen hebben en verwerken ze die indrukken ook in een blogpost.

In de stage gaan de studenten aan de slag met Skillsheet D18 uit Ontwikkeling door onderzoek (Kallenberg ea, 2007) en zullen ze met jullie bespreken waar ze zich in de komende tijd mee bezig gaan houden.

Als mentor kun je je ook opstellen als critical friend die meedenkt in het onderzoek van de studenten.

maandag 15 februari 2010

Weblogs studenten over actieonderzoek

De studenten houden over hun actieonderzoek een weblog bij. Het overzicht van de weblogs is op de wiki van Hogeschool Domstad te vinden (klas 1A). Dit maakt het proces inzichtelijk van de studenten. Ook kunnen de critical friends elkaar feedback geven via de weblog. U bent als mentor ook een critical friend voor de student. Ook u kunt dus bij uw student reageren.

Actieonderzoek van start

De afgelopen week hebben de studenten een start gemaakt het actieonderzoek op Hogeschool Domstad. In drie bijeenkomsten zijn we hier mee aan de slag gegaan.

Bijeenkomst 1

In de eerste bijeenkomst heeft Hans Broere vanuit zijn vakexpertise wereldoriëntatie onderwerpen aangedragen waar eerstejaars studenten zich in zouden kunnen verdiepen. Dit om studenten op weg te helpen met het vinden van een probleemstelling (Algemeen Idee). Hans heeft hierbij aandacht besteed aan betrokkenheidsverhogende factoren:
  • Sfeer en relatie
  • Aansluiting op niveau en interesse/ leerstijl
  • Actief leren
  • Werkelijkheidsnabijheid
  • Ruimte voor initiatief
Ook is Hans ingegaan op de vraag hoe kinderen leren. Hij heeft hierbij gekeken naar het onderwerp Brain Based Learning.

Bijeenkomst 2

In de tweede bijeenkomst is Astrid de Regt vanuit haar SLB-expertise ingestoken op de stage-ervaringen van de studenten. Ook hierbij ging het er om input te krijgen voor het Algemeen Idee. Hiervoor hebben de studenten de startvragen (zie de presentatie) voor zichzelf beantwoord en daarvan de studenten een persoonlijke top 5 laten maken. Vervolgens zijn deze verdeeld over twee flaps: de +-flap wat je wilt leren vanuit interesse en nieuwsgierigheid en de –flap waarbij je onderzoek gaat doen naar beter functioneren of om te gaan met waar je tegen aan loopt.

Presentatie van Hans (bijeenkomst 1)
Flaps van bijeenkomst 2 12-02-2010 12-02-2010

Bijeenkomst 3

Deze vrijdag hebben de studenten van mij een introductie gekregen op het doen van Actieonderzoek. In deze derde bijeenkomst heb ik de volgende onderwerpen aangeboden:
  • Een definitie van actieonderzoek;
  • De belangrijkste uitgangspunten van actieonderzoek;
  • Redenen voor actieonderzoek;
  • Meer over het ontstaan van actieonderzoek;
  • Verschillende manier om actieonderzoek te doen;
  • Het activiteitenplan (stappen van actieonderzoek);
  • Het logboek (studenten gaan weblog bijhouden);
  • Introductie van critical friends;
  • Thema's rondom actieonderzoek;
De boeken die we gebruiken bij het aanbieden van de bijeenkomsten over actieonderzoek zijn:
  • Onderwijs van eigen makelij (Petra Ponte)
  • Ontwikkeling door onderzoek (Kallenberg ea)
De studenten zijn daarna aan de slag gegaan met het verder formuleren van een probleemstelling voor het Algemeen Idee. Hier gaan we aanstaande dinsdag weer mee verder.

Presentatie bijeenkomst 3

woensdag 3 februari 2010

Actieonderzoek in semester 2

De Albo-studenten van Hogeschool Domstad gaan in het komende semester actieonderzoek doen. Uitgangspunt hierbij is het boek van Petra Ponte: Onderwijs van eigen makelij, procesboek actieonderzoek in scholen en opleidingen.
Het actieonderzoek ziet er in schema als volgt uit:


De eerste stap in het actieonderzoek is het formuleren van een Algemeen Idee. Het Algemeen Idee is het onderwerp waarover ze onderzoek willen doen. Als het Algemeen Idee (of probleemstelling) duidelijk is afgebakend gaan ze dit Verkennen. na de Verkenning (door obervaties, interviews, literatuurstudies) maken de studenten een Algemeen Plan. Hierin geven ze aan wat ze precies willen ondernemen. Dan gaan de studenten concreet aan de slag met Verbeteracties. Tot slot schrijven de studenten over hun actieonderzoek een Casestudy.

In het schema zijn een aantal pijlen die terugverwijzen naar eerdere stappen. Zo kun je na de Verkenning besluiten dat je Algemeen Idee verder aangescherpt moet worden. Na de Verbeteracties kun je je Algemeen Idee ook weer bijstellen.

Bedoeling is dat het actieonderzoek uitgevoerd wordt in het eerste kwartaal.

Eerste bericht - bedoeling van deze blog


Op deze blog geven we informatie over het Albo-onderzoek zoals dat op Hogeschool Domstad plaatsvindt. Ook hebben mentoren en studenten de mogelijkheid om vragen hier te stellen zodat de blog ook direct een plek wordt waar de VVV (veel voorkomende vragen) beantwoord worden.